Als (beginnend) hardloper ken je het vast: je hebt je voorgenomen te gaan lopen, je checkt het weerbericht en staat vervolgens besluiteloos voor je kledingkast. Je wil goed gekleed naar buiten: niet te warm, maar zeker ook niet te koud. Het kiezen van hardloopkleding is essentieel om comfortabel te kunnen rennen, vooral bij variatie in temperaturen en weersomstandigheden. Als hardloopspecialist helpen we je graag op weg bij het maken van de juiste keuze!
Lekker rekenen
De vuistregel voor het kiezen van het juiste tenue is vrij simpel: als je gaat hardlopen, warm je gedurende je sportieve prestatie op. Tel daarom 10 graden op bij de buitentemperatuur en kleed je vervolgens op die hogere temperatuur. Is het buiten 11 graden, dan kleed je je dus op een temperatuur van 21 graden. Let hierbij niet alleen op de werkelijke buitentemperatuur, maar hou ook de gevoelstemperatuur in de gaten.
Laagjes, laagjes, laagjes!
Is het mooi en zonnig weer, dan is het kiezen van de juiste kleding meestal niet zo moeilijk. Met een korte broek of short en een t-shirt of singlet ren je zonder problemen je rondje. Regent het echter, of is het wat kouder, dan wordt het lastiger in te schatten wat je nodig hebt om op temperatuur te blijven maar het niet te warm te krijgen. De truc zit dan in je hardlooptenue in laagjes op te bouwen. Er zijn drie functionele lagen: de baselayer die transpiratievocht snel afvoert, zodat je lichaam zo droog mogelijk blijft. De midlayer, welke een isolerende werking heeft en zorgt dat je je warmte niet verliest. De derde en laatste laag is er om je te beschermen tegen regen en wind.
Bij het kiezen van de juiste basislaag is het belangrijk om te letten op de stof en het gewicht. In koelere temperaturen kan een thermische basislaag helpen om warmte vast te houden, terwijl in warmere temperaturen een lichtgewicht ademende basislaag de voorkeur heeft. Materialen zoals polyester en merinowol zijn populair vanwege hun vochtregulerende eigenschappen.
Voor de isolatielaag is de keuze afhankelijk van de weersomstandigheden. In koude omstandigheden kan een isolerend, ademend en vochtafvoerend shirt of een fleece-jack de juiste keuze zijn om de lichaamswarmte vast te houden. In mildere omstandigheden kan een lichtgewicht optie, zoals een dunne trui, volstaan.
De buitenlaag is de laatste laag en is ontworpen om bescherming te bieden tegen wind, regen en sneeuw. In koudere en natte omstandigheden kan een waterdichte en windbestendige jas nodig zijn om je warm en droog te houden. In drogere omstandigheden kan een lichtgewicht, ademende jas volstaan om je te beschermen tegen de wind.
Mix & match
Je kunt deze drie lagen aanvullen met extra’s zoals handschoenen, mutsen of petten en het type sokken dat je draagt. Wanneer je start met hardlopen, of als het seizoen wisselt, zorgt dit er voor dat je weer even moet zoeken naar de juiste balans in temperatuur en lagen. Een lichtgewicht jack kun je gemakkelijk uittrekken tijdens je loop en opgevouwen in een rugzakje of geknoopt om je middel meenemen mocht de laag teveel blijken. Je kledingvoorkeuren kunnen wisselen gedurende de seizoenen, weersomstandigheden, maar ook je trainingsintensiteit en tijdsduur zijn van belang om mee te nemen in je afwegingen. Experimenteer daarom met de verschillende lagen en kom erachter wat voor jou het beste werkt.